Ontwerpen en lezen

Hoe kun je zorgen dat kinderen meer plezier krijgen in lezen? Ga aan de slag met ontwerpen in de Kinderboekenweek en ontdek hoe ontwerpen een positief effect heeft op leesbevordering. 

Leesbevordering begint met motivatie. Als je gemotiveerd bent om te lezen, lees je vaker, waardoor je leesvaardigheid groeit, wat weer voor meer motivatie zorgt. Leesmotivatie, leesfrequentie en leesvaardigheid hangen dus nauw met elkaar samen. 

Het Kohnstamm Instituut en de Kennisrotonde hebben onderzoek gedaan naar effectieve manieren voor leesbevordering. Naast het creëren van de juiste voorwaarden, zoals gelegenheid bieden in het curriculum en zorgen voor een actueel en breed boekenaanbod, wordt aanbevolen om in te zetten op het verhogen van de intrinsieke motivatie. 

  • Sluit aan bij de belangstelling van een kind.
  • Geef kinderen vrije keuze en autonomie. Laat ze kiezen wát ze willen lezen en met wie.
  • Zorg dat kinderen lezen nodig hebben. Onderzoek wijst uit dat als je teksten nodig hebt in meer-omvattende opdrachten, zoals bij ontwerpend leren, dat dit een positief effect heeft op de leesbevordering.

Lezen en ontwerpen is misschien een combinatie waar je niet zo snel aan denkt. Het blijkt een gouden combinatie. Boeken staan vaak bol van de problemen, want dat maakt een boek immers spannend! Kinderen staan vaak te springen om iemand te helpen en problemen op te lossen. Door iemand uit een boek te helpen met zelfbedachte oplossingen, voelen kinderen zich meer betrokken en groeit hun plezier in lezen én ontwerpen. Zo worden kinderen gemotiveerde lezers, creatieve denkers en probleemoplossers. 

Ontwerpen in de kinderboekenweek

Elk jaar ontwikkelt Ontwerpen in de klas ontwerpboxen bij thematitels van de kinderboekenweek. Omdat het zo’n geweldige combinatie is. Wat zit daar in?

  • superleuke ontwerpactiviteiten passend bij een boek
  • voldoende materialen voor 32 kinderen
  • alles wat je nodig hebt om direct aan de slag te gaan

Houd onze nieuwsbrief, facebook, linkedin of instagram in de gaten voor nieuws over de ontwerpboxen!

Eigen ontwerpvragen bij boeken

Zelf kun je ook ontwerpvragen bedenken bij boeken. Lees een boek en ga op zoek naar een personage met een probleem. Maak vervolgens van dit probleem een ontwerpvraag. Vanuit een probleem kun je namelijk niet zo makkelijk in oplossingen denken, vanuit een vraag lukt dit vaak wel. Bedenk een aantal verschillende ontwerpvragen, zodat je wat te kiezen hebt. Handige starters voor ontwerpvragen:

  • Hoe kun je … ?
  • Hoe kan (vul het personage met het probleem in) … ?
  • Ontwerp iets dat …

Maak een keuze uit de ontwerpvragen. Het helpt om de ontwerpvragen te ‘scoren’ op onderstaande criteria:

  • Is de vraag open en stuurt deze niet in een richting?
  • Zijn er veel verschillende oplossingen mogelijk?
  • Is het een leuke vraag die kinderen aanspreekt?

Ga met de gekozen ontwerpvraag aan de slag. Laat de kinderen veel verschillende oplossingen verzinnen. Je kunt inspiratiekaarten gebruiken om ze te ondersteunen bij het verzinnen. Geef de kinderen waar mogelijk gelegenheid om de oplossingen te tekenen met tekenmateriaal, te maken met knutselmateriaal of te bouwen met constructiemateriaal.

Deel ideeën

Ontdek alles over de ontwerpvaardigheid: deel ideeën. Eén van de zeven belangrijke vaardigheden die je ontwikkelt als je ontwerpt.

WAT BETEKENT IDEEËN DELEN?
Ideeën delen betekent dat je jouw ideeën met anderen deelt. Zo kunnen anderen feedback geven op je ideeën. Ze mogen verder werken aan jouw idee, het veranderen of erop doordenken. Andersom sta jij open voor ideeën van anderen. Je probeert ze goed te begrijpen, hebt oog voor de sterke kanten en  kunt eraan verder werken. Je bedenkt nieuwe ideeën gebaseerd op een idee van iemand anders. Zo worden ideeën gemixt, gehusseld, verspreid en verbeterd. Wil je kinderen uitleggen wat deze ontwerpvaardigheid inhoudt? Download hier een beschrijving van ‘deel ideeën’ speciaal geschikt voor kinderen.

WAAROM IDEEËN DELEN?
Bij ontwerpen is het belangrijk om je ideeën los te kunnen laten, zodat anderen ze gebruiken en erop doorgaan. Zélf werk je ook door aan ideeën van anderen. Ideeën deel je zoveel mogelijk. Binnen je ontwerpteam én erbuiten. Je vraagt feedback en gebruikt deze om ideeën nóg beter te maken. Door samen aan ideeën te werken worden ze beter. Samen denk je meer verschillende kanten op en hou je meer rekening met verschillende gebruikers. Daarbij heb je samen meer kennis en vaardigheden dan alleen. Voor veel kinderen (en volwassenen) is dit best een stapje buiten de comfortzone. Gelukkig kun je het goed oefenen en wordt ideeën delen veel makkelijker en leuker als je het vaak doet en de voordelen gaat zien. 

Ontwerpteams met veel diversiteit bedenken betere oplossingen. Zo’n team heeft meer verschillende vaardigheden in huis, kan met meer verschillende invalshoeken rekening houden en meer verschillende kanten op denken. 

Doe de volgende oefening. Laat elk kind een aantal sterke punten en een aantal leerpunten van zichzelf opschrijven. Geef de kinderen vervolgens de opdracht om teams van vier kinderen samen te stellen, waarbij de kinderen in elk team elkaar zo goed mogelijk aanvullen. Laat de kinderen proberen om anderen te zoeken die hen aanvullen. Vinden ze iemand die goed is in een leerpunt dat zij hebben? Kunnen zij een sterk punt inzetten bij een leerpunt van een ander? Bespreek met elkaar na welke teams er gemaakt zijn. Zijn dit teams die normaal ook gevormd zouden worden? Wat zijn de voordelen van deze teams? Waar moet je extra op letten in dit team? Wie weet kunnen jullie in de volgende ontwerples in deze teams werken!

WAT HELPT OM IDEEËN TE DELEN?

  1. Ideeën zijn van iedereen. Een idee bedenken op basis van een idee van een ander is bij ontwerpen dus prima. Het is geen jatten. Als je ideeën gaat verzinnen kun je dit extra stimuleren door gebruik te maken van werkvormen zoals Vakjesvel, Doorgeefmindmap en Mix & Match. Hierin zit het doorgaan op ideeën van anderen ingebakken.
  2. Geef complimenten aan elkaar. Vooral complimenten over de ideeën die iedereen bedenkt. Dat helpt je om open te staan voor ideeën van anderen en zorgt voor een fijne, positieve sfeer tijdens het ideeën bedenken.
  3. Verdeel rollen. Geef de kinderen in een ontwerpteam een eigen rol tijdens het ideeën verzinnen of uitwerken. De één gaat ideeën van anderen gebruiken, een anderen gaat complimenten aan anderen geven. Dat helpt voor alle kanten op denken en ideeën delen.
  4. Doe samenwerk-energizers. Dat vergroot het onderling vertrouwen en zorgt dat kinderen meer openstaan voor elkaar. Zet ze voorafgaand aan het ideeën verzinnen of als afwisseling tijdens het ontwerpproces in. Bijvoorbeeld Gordiaanse knoop. In deze blog worden er nog twee beschreven: Op een lijn en Stap naar voren.
  5. Deel tussenresultaten. Zo kun je inspiratie vinden bij elkaar. Het helpt ook om te zien dat ideeën nog niet perfect uitgewerkt hoeven te zijn om te kunnen delen. Handige werkvormen om tussenresultaten te delen zijn Teamuitwisseling en Teams op tournee. Ook handig voor het geven en ontvangen van tips en tops.
  6. Zet coöperatieve werkvormen in. Hierin werk je aan een gezamenlijk resultaat of antwoord waar je allemaal aan bijdraagt. Dan moet je je ideeën wel delen! Gebruik bijvoorbeeld Wandel en wissel uit, Placemat of Expertteams.

HOE OEFEN JE IDEEËN DELEN?

  • Oefen met ideeën loslaten. Kinderen zitten in teams van 3-5 kinderen aan een tafel. Elk kind begint op een groot vel papier een verhaal, een tekening of een mindmap. Dat kan allemaal over hetzelfde onderwerp gaan, maar dat hoeft niet. Na enige tijd schuift iedereen zijn vel door naar links en gaat elk kind door met het verhaal, de tekening of de mindmap van zijn buur. Dit herhaal je tot elk kind zijn eigen vel weer voor zich heeft.
  • Oefen met ideeën van anderen begrijpen en waarderen. Vorm tweetallen en laat het ene kind in elk tweetal zijn idee (of werk, verhaal, mening) vertellen aan het andere kind. De ander kan vragen stellen. Daarna wissel je de rollen om. Vraag vervolgens een aantal kinderen om het idee van de ander aan de klas te vertellen. Laat ze echt hun best doen om het idee van de ander te ‘verkopen’ en te vertellen wat er zo goed aan is.
  • Oefen met ideeën van anderen gebruiken. Gebruik een eigen ontwerpvraag of kies één van de volgende: Hoe kun je meer bewegen op school? Hoe kun je thuis meer lezen? Hoe kun je zichtbaar zijn in het verkeer? Maak ontwerpteams van 3 tot 5 kinderen. Alle kinderen krijgen 3 vellen papier. Laat elk kind twee ideeën verzinnen: één idee op één vel papier. Dan geeft iedereen één idee door naar links en één idee naar rechts. Elk kind gaat nu de twee ideeën, die ze hebben gekregen, combineren tot een nieuw idee. Dat nieuwe idee – met elementen van beide ideeën – tekenen en schrijven ze op het derde lege vel papier. Vraag tot slot of de kinderen om de beurt hun gecombineerde idee aan de rest van hun team uitleggen.  

MEER ONTWERPVAARDIGHEDEN?

Nozie de Nieuwsgierige. Wil je dat jouw leerlingen de ontwerpvaardigheden zelfstandig oefenen? Wil je dit integreren in je lessen? Gebruik dan Nozie de Nieuwsgierige: met de veertig Nozie-kaarten kunnen leerlingen zelf hun nieuwsgierigheid, creativiteit en ontwerpvaardigheden ontwikkelen. Bestel Nozie!

Formatief evalueren. Bestel hier de kaartenset Ontwerpen in Beeld met zeven oefenkaarten van de ontwerpvaardigheden in eenvoudige taal voor de leerlingen én werkvormen om de ontwerpvaardigheden formatief te evalueren.